DANKLIEDEKEN Ons, kinderen van België, Trof de oorlog al te zeer. Wij hadden noch school noch boekje, Noch eigen huis noch hoekje, Noch kameraadjes meer. Gij, kinderen van Nederland, Begaan met onze smart, Deedt al wat kinderen kunnen Door ons een plaatsje te gunnen In uw stad, in uw school, in uw hart. Thans diep en eeuwig dankbaar Vermogen wij slechts, helaas, In simpel Vlaamsch te zeggen Hoe wij ons hartjes leggen Bij dezen Sinterklaas. Blijft gij gespaard van oorlog, Dit harde, zware kruis. Kome weldra de vrede, Dan reist ge met ons mede Naar België, naar ons huis. 16 De zware kroon. Verzen uit den oorlogstijd, Bussum 1915, 58 p.